Als werkgever kan je er de dag van vandaag niet meer omheen. Het mobiliteitsbudget is na de elektrificatie het volgende item op de mobiliteitschecklist. Zet het mobiliteitsbudget de bedrijfswagen buitenspel, of is er nog een plaats voor de bedrijfswagen?
Het mobiliteitsbudget is een wettelijk kader dat het voor werknemers mogelijk maakt om de klassieke bedrijfswagen in te ruilen voor duurzame mobiliteitskeuzes. Zo kan je zelf je mobiliteitsmix samenstellen en kiezen tussen een milieuvriendelijke bedrijfswagen, alternatieve duurzame mobiliteit, een terugbetaling van de huisvestingskosten en een fiscaal vriendelijke netto-uitbetaling.
De omvang van het mobiliteitsbudget wordt bepaald door de Total Cost of Ownership (TCO) te berekenen van het voertuig dat wordt ingeleverd, of het voertuig waar men recht op zou hebben. Sinds begin dit jaar zijn hier concrete formules voor vastgelegd, met een maximumbedrag dat 20% van het brutoloon niet mag overstijgen.
Binnen het mobiliteitsbudget is het nog mogelijk om naast alternatieve mobiliteit en huisvesting een milieuvriendelijke bedrijfswagen te kiezen, maar dit is niet verplicht en kan ook niet verplicht worden. De beperkingen op de omvang van het mobiliteitsbudget maken het met het huidige voertuigaanbod bovendien niet gemakkelijk om een voertuig te vinden dat aan de voorwaarden voldoet en blijft voldoen.
Zo zal de TCO van het gekozen voertuig elk jaar opnieuw berekend moeten worden en elk jaar meer van het mobiliteitsbudget opsouperen. Het mobiliteitsbudget zelf mag dan weer maximaal met de loonindex geïndexeerd worden, als de werkgever al een jaarlijkse indexering wenst in te voeren. Dit wordt dus al heel snel nadelig voor de werknemer die binnen het mobiliteitsbudget een bedrijfswagen wil integreren en zeker op de lange termijn om bij een hernieuwing nog een wagen binnen het budget te laten passen.
Vormt het mobiliteitsbudget dan een bedreiging voor de bedrijfswagen? In essentie niet, maar de bedrijfswagen en het mobiliteitsbudget zijn wel minder compatibel dan men doet uitschijnen. Medewerkers die absoluut nog een bedrijfswagen nodig hebben zijn er niet bij gebaat om in te stappen in het mobiliteitsbudget. Voor hen is het beter om voor hun alternatieve mobiliteit gebruik te maken van een cafetariaplan. Voor echte salariswagen-rijders die geen wagen nodig hebben, biedt het mobiliteitsbudget daarentegen weer opportuniteiten die netto meer kunnen betekenen dan de wagen waar ze recht op hebben.