De automobielsector ondergaat momenteel ingrijpende veranderingen. De industrie heeft de overgang gemaakt van een statisch product gericht op het elektromechanische aspect naar een evoluerend platform van mobiliteitsoplossingen. Deze veranderingen bieden tal van kansen in de hele waardeketen. Bij EuroFleet houden we ons al vele jaren met deze kwesties bezig.
Voertuigen worden digitale platformen. Tegen 2030 zal wereldwijd meer dan 95% van de voertuigen op de weg geconnecteerd zijn. Voor autofabrikanten zijn de gegevens die door voertuigen worden geproduceerd een hefboom naar een nieuwe bron van inkomsten.
Een geconnecteerd voertuig is een voertuig met een internet- of telecomverbinding dat gegevens over het gebruik en het onderhoud doorstuurt naar een gecentraliseerde server (SaaS-platform) of via de smartphone van de bestuurder, met behulp van een simkaart. Een recent voertuig heeft momenteel meer dan 800 sensoren. De komst van 5G-connectiviteit zal een aanzienlijke impact hebben op de communicatiecapaciteit van geconnecteerde voertuigen, en dan vooral het datavolume. Want de gegevens die in databanken zijn opgeslagen, worden vandaag nog onvoldoende benut.
De voertuigen van vandaag zullen kunnen communiceren met elkaar (V2V), met de infrastructuur (V2I), met het netwerk (V2N) en met het elektriciteitsdistributienetwerk (V2G).
De European Data Act-verordening stelt het algemene kader vast voor het gebruik van gegevens die worden verzonden door geconnecteerde apparaten (IoT). Hierdoor krijgen overheidsinstanties toegang tot gegevens voor doeleinden van algemeen belang, wordt de rechtszekerheid voor bedrijven en consumenten vergroot, wordt misbruik van contractuele onevenwichtigheden verminderd en wordt het voor consumenten gemakkelijker om over te stappen naar andere leveranciers.
De verordening inzake voertuiggegevens stelt de voorwaarden vast voor de toegang tot en het gebruik van gegevens die door voertuigen worden gegenereerd. Ze bevat regels om de concurrentie aan te moedigen voor diensten die toegang tot voertuiggegevens vereisen, zoals reparatie, onderhoud, autodelen, mobility as a service en verzekeringen.
Op het gebied van wagenparkbeheer richten connected services zich op 3 gebieden: totale zichtbaarheid van het wagenpark, onderhoudsbeheer en rijgedrag.
Hier volgen enkele voorbeelden. Geolokalisatie stelt het bedrijf in staat om ritten te optimaliseren en de gemiddeld afgelegde afstand te verminderen. De frequentie waarmee ABS en tractiecontrole (ESP) worden geactiveerd, het motortoerental en de naleving van de snelheidslimieten geven nauwkeurige aanwijzingen over het gedrag van de bestuurder. Controle van het vloeistofpeil, de motortemperatuur en foutcodes geven aan of er onderhoud nodig is. Het monitoren van de tijd dat het voertuig stationair draait, het motortoerental en de bandenspanning helpt om het brandstofverbruik en de CO2-uitstoot te verminderen, terwijl de analyse van het opladen ervoor zorgt dat werknemers vergoed kunnen worden voor de elektriciteit die ze opladen.
De voordelen van connected services zijn dan ook talrijk: betere controle over het gebruik van bedrijfsmiddelen, een algemene kostenverlaging, betere naleving van de regels, verbeterd rijgedrag, vereenvoudigde administratie (minder boetes, enz.), onderhoud dat op tijd wordt uitgevoerd, minder claims en dus lagere verzekeringspremies. Het rendement op de investering is al vanaf de eerste maanden zichtbaar.
Alleen al het feit dat de gebruiker maandelijks een rapport ontvangt over het gebruik van het voertuig, leidt spontaan tot een gedragsverbetering en bijgevolg tot een vermindering van de kosten.
Uit gegevens verzameld door EuroFleet Consult blijkt dat connected services een gemiddelde besparing van 10% kunnen opleveren op het vlootbeheer, het aantal ongevallen met 15% kunnen verminderen, het brandstofverbruik met meer dan 5% kunnen terugdringen en het gemiddelde aantal afgelegde kilometers met 5% tot 10% kunnen verlagen.
Kan een gebruiker geolocatie weigeren? Nee, er is geen geldige reden om geolocatie op een bedrijfsvoertuig te weigeren, maar werknemers moeten wel worden geïnformeerd door dit punt op te nemen in de car policy van het bedrijf. Het is mogelijk om een tijdslot in te stellen waarna het bedrijf geen toegang meer heeft tot de real-time positie van het voertuig. Er moet echter worden opgemerkt dat in de context van de bescherming van privégegevens het kader voor het gebruik van deze gegevens beperkt is.
Concluderend: met het toenemende belang van maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO) en de noodzaak om de kosten te beheersen, is het moeilijk voor te stellen om in de toekomst een wagenpark te beheren zonder gebruik te maken van connected services.